fitnessprogramma
- fit·ness·pro·gram·ma
- samenstelling van fitness zn en programma zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | fitnessprogramma | fitnessprogramma's |
verkleinwoord |
het fitnessprogramma o
- (sport) aantal samenhangende maatregelen die dienen om de conditie te verhogen
- ▸ Dat het vooral fysiek beter gaat, ziet Brasser ook. "Dat heeft ook te maken met het fitnessprogramma dat Botic doet. Dat is nu meer op maat. Daarnaast denk ik ook dat hij steeds meer ervaring opdoet, zeker op die grandslamtoernooien. Dat is toch anders tennissen."[1]
- ▸ Makaay meent dat Lewandowski zich mede door zijn levenswijze kan onderscheiden van andere topspitsen. "Hij is door zijn persoonlijke trainingen en strenge fitnessprogramma in principe altijd fit. Dat is een van de dingen waar hij het verschil mee maakt."[2]
- Het woord fitnessprogramma staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Weblink bron Tessa Jansen“Uit de schaduw van Haase zoekt Van de Zandschulp de weerstand nu juist op” (Vrijdag 3 september 2021, 10:35), NOS
- ↑ Weblink bron Gijs Uilenbroek“Lewandowski heeft 'een tandje bijgeschakeld', maar swingt nog niet op EK” (Zaterdag 19 juni 2021, 07:42), NOS