• fil·te·ren
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
filteren
filterde
gefilterd
zwak -d volledig

filteren

  1. overgankelijk door een filter tevoorschijn doen komen
  2. reinigen van een vloeistof door de vloeistof door een filter te laten stromen
     Het was altijd een feest als ik op een kleine waterbron recht uit de berg stuitte. Dit frisse water uit de ondergrondse meren (aquifers geheten) dronk ik direct uit de berg, zonder het te hoeven filteren.[1]
  3. ergatief als door een filter tevoorschijn komen
99 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[2]
  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers  
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be