fideï-commissaris
- fi·deï-com·mis·sa·ris
- samenstelling van fideï en commissaris
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | fideï-commissaris | fideï-commissarissen |
verkleinwoord | - | - |
de fideï-commissaris m
- De bezitter van een goed of beschikking waarvan in een testament is vastgelegd dat daarover niet in een volgend testament kan worden beschikt, maar dat het een aangewezen erfgenaam moet toevallen, een fideï-commissair erfgenaam
- Het woord 'fideï-commissaris' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.