fellaga
- fel·la·ga
- via Frans fellaga van Algerijns en Tunesisch Arabisch فلاقة (fəllāga) meervoud van فلاق (fəllāg), "bandiet, rebel" [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | fellaga | fellaga's |
verkleinwoord | - | - |
de fellaga m
- (geschiedenis) verzetsstrijder tegen het Franse bestuur over Noord-Afrika in de periode van 1920 tot 1962
- 's Avonds organiseren de mannen van het huis een klopjacht. Ze zijn met z'n tienen, jong en oud. Sommigen nemen wapens mee. Oom Jo trekt zijn uniform aan. "Dat er ratten in de kelder zitten, alla. Maar die ratten van Arabieren, nee, dat nooit!" zegt hij en moet hard lachen om zijn eigen grap. "Laten we de politie waarschuwen," smeekt grootmoeder. "Het is waarschijnlijk een fellaga! Hij is misschien niet alleen!" [2]
- Het woord fellaga staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "fellaga" herkend door:
7 % | van de Nederlanders; |
14 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ fellaga op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Perez, M.-J. (vert. R. de Rooy)"Uit: Bloedkruid" in: De Tweede Ronde. jrg. 13 nr. 1 (lente 1992) Bert Bakker, Amsterdam; ISBN 90 351 119 82; p. 163; geraadpleegd 2018-12-17
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- van Algerijns en Tunesisch Arabisch فلاقة (fəllāga) meervoud van فلاق (fəllāg), "bandiet, rebel" dat teruggaat op Arabisch فَلَّاق (fallāq) "kliever (van schedels), struikrover"
enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|
zonder lidwoord | met lidwoord | zonder lidwoord | met lidwoord |
fellaga | le fellaga | fellagas* | les fellagas* |
fellaga m
- Voor de spellingwijziging van 1990 werd het meervoud ook "fellaga" gespeld, net als het enkelvoud.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.