• fa·vo·ritt
  • Afkomstig uit het Frans
Naar frequentie 4721
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   favoritt     favoritten     favoritter     favorittene  
genitief   favoritts     favorittens     favoritters     favorittenes  

favoritt, m

  1. lieveling
  2. (sport) favoriet, kanshebber


  • fa·vo·ritt
  • Afkomstig uit het Frans
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   favoritt     favoritten     favorittar     favorittane  

favoritt, m

  1. lieveling
  2. (sport) favoriet, kanshebber