fantosmie
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- fan·tos·mie
Woordherkomst en -opbouw
- van Engels phantosmia , gevormd als kofferwoord uit Oudgrieks φάντασμα (fántasma) "geestverschijning" en ὀσμή (osmè) "geur"
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | fantosmie | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de fantosmie v
- (medisch) aandoening waardoor je een geur ruikt terwijl die er niet is
- ▸ En ja, er blijken volksstammen te zijn die na corona rook ruiken waar geen rook is. Fantosmie heet het: geuren ruiken die er niet zijn.[1]
Hyperoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'fantosmie' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Aaf Brandt Corstius“Sinds ik corona heb gehad, ruik ik overal rook” (14 maart 2021) op volkskrant.nl