Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • fan·toom·pijn
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord fantoompijn fantoompijnen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de fantoompijnv / m

  1. pijn in een geamputeerd- of gevoelloos lichaamsdeel
    • Na de dwarsleasie kan iemand fantoompijn hebben in het gevoelloze lichaamsdeel 

Meer informatie

Gangbaarheid