fantasme
- fan·tas·me
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | fantasme | fantasmen |
verkleinwoord |
het fantasme o
- een bedenksel dat niet overeenkomt met de realiteit
- “Het beeld van de kunstenaar als eenzaam scheppend genie is een hardnekkig negentiende-eeuws fantasme. Daan Roosegaarde is een kunstenaar en werkt voor de realisering van zijn complexe projecten met veel specialisten uit verschillende disciplines. Dat is altijd zo geweest. De studiopraktijken en het auteurschap van Michelangelo, Rubens en Rembrandt vormen daarvoor het beste bewijs.” [2]
- Als plusje verzorgde Ivan Heylen opvallende coververhalen voor Vrij Nederland en Playboy. In dat laatste blad had hij ook nog een razend populaire rubriek ‘Seks in Vlaanderen’ waar geen taboe uit de weg werd gegaan… Ook de fantasmen en vooral de naakte feiten uit het verborgene niet. [3]
1.
- Het woord fantasme staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "fantasme" herkend door:
70 % | van de Nederlanders; |
89 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ HP de Tijd BERT NIJMEIJER 30 MRT 2016 Vriend & vijand over Daan Roosegaarde: ‘Hij neemt heel Nederland in de maling’
- ↑ HP de Tijd JAN HAERYNCK 1 OKT 2018 ‘Was ik niet zo eigenwijs geweest, stond nu een multimiljonair voor je neus’
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be