familiespel

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  familiespel    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• fa·mi·lie·spel

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  familie zn  en  spel zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	familiespel	familiespelen familiespellen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het familiespel o

1. een spel dat door jong en oud gespeeld kan worden en zo heel geschikt is om in een gezin of familie te spelen

   ▸ Yahtzee, kortom, is bij uitstek een familiespel. Een mooie aanleiding om het nog eens over olympische familiebanden te hebben. De boers Mulder zijn niet de enige tweeling op het olympische podium. Zo deed de Belgische atletiektweeling Jonathan en Kevin Borlée mee op de 400 meter in Londen, wonnen de tennisbroers Bob en Mike Bryan bij drie olympiades twee keer een medaille en roeiden Tycho en Vincent Muda in de Nederlandse lichte vier een olympische finale.

   ▸ De politie in Brabant vraagt burgers om hulp bij het oplossen van een moord. Het lijkt een moderne variant op het familiespel Cluedo, maar het is een serieuze oproep aan burgers om mee te denken in een lopend recherche-onderzoek. Wie kan het gedaan hebben, hoe kan het gebeurd zijn en wat is het mogelijke motief? Een woordvoerder van de politie Brabant, internetdeskundige Danny Mekíc en rechtspsycholoog Peter van Koppen over de kwestie.

Hyponiemen

• ganzenbord

Verwante begrippen

• bordspel, gezelschapsspel

Gangbaarheid

• Het woord familiespel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.