Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • fa·go·cy·to·se
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord fagocytose -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de fagocytosev

  1. (biologie) vernietiging door een cel van schadelijke bestanddelen die in het levend weefsel zijn binnengedrongen
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid