fabrieksarbeidster
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- fa·brieks·ar·beid·ster
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van fabriek en arbeidster zn met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | fabrieksarbeidster | fabrieksarbeidsters |
verkleinwoord | fabrieksarbeidstertje | fabrieksarbeidstertjes |
Zelfstandig naamwoord
de fabrieksarbeidster v
- (beroep) vrouwelijke vorm van fabrieksarbeider
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord fabrieksarbeidster staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.