fabeldichter
- fa·bel·dich·ter
- samenstelling van fabel zn en dichter zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | fabeldichter | fabeldichters |
verkleinwoord | fabeldichtertje | fabeldichtertjes |
- (letterkunde) schrijver die moraliserende dierenverhalen schrijft
- Het woord 'fabeldichter' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.