• førs·te·ledd
Naar frequentie > 50000
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   førsteledd     førsteleddet     førsteledd     førsteledda
førsteleddene  
genitief   førsteledds     førsteleddets     førsteledds     førsteleddas
førsteleddenes  

førsteledd, o

  1. (economie) het eerste handelsschakel
  2. (taalkunde) het eerste woorddeel van een samengesteld woord


  • førs·te·ledd
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   førsteledd     førsteleddet     førsteledd     førsteledda  

førsteledd, o

  1. (economie) het eerste handelsschakel
  2. (taalkunde) het eerste woorddeel van een samengesteld woord