Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ex·port·vo·lu·me
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord exportvolume exportvolumen
exportvolumes
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het exportvolumeo

  1. de hoeveelheden die uitgevoerd worden
     Het exportvolume van kapitaalgoederen steeg tot en met de maand juli met 6 procent. De grote orders bij een paar bedrijven als ASML en IHC Merwede stuwden de exportgroei naar landen als de VS, China en Brazilië zelfs met tientallen procenten.[1]
     Dijksma had de NVWA gevraagd om de illegale export in kaart te brengen, maar die meldt dat "het exportvolume niet vast te stellen" is.[2]


Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Paar grote bedrijven stuwen Nederlandse export” (Woensdag 22 oktober 2014, 10:56), NOS
  2.   Weblink bron “Geen illegale melkexport gevonden” (Vrijdag 21 juni 2013, 14:38), NOS