exportgroep
- Geluid: exportgroep (hulp, bestand)
- ex·port·groep
- samenstelling van export zn en groep zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | exportgroep | exportgroepen |
verkleinwoord |
de exportgroep v
- groep producten die naar het buitenland worden uitgevoerd
- ▸ Wie verder inzoomt ziet dat de export van sierteelt - hieronder vallen onder meer bloemen en planten - nagenoeg gelijk is gebleven. Dat bleef afgelopen jaar de grootste exportgroep. Bij andere categorieën is een daling van de exportomvang te zien, bijvoorbeeld bij vlees (3 procent) en zuivel en eieren (4 procent).[1]
- Het woord 'exportgroep' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Weblink bron “Ondanks coronacrisis nieuw landbouwexportrecord: 95 miljard euro” (Vrijdag 22 januari 2021, 00:05), NOS