exercitieveld
  • exer·ci·tie·veld
enkelvoud meervoud
naamwoord exercitieveld exercitievelden
verkleinwoord exercitieveldje exercitieveldjes

het exercitieveldo [1]

  1. (militair) oefenveld waarop militairen leren marcheren
     Jakob was Zondagsmorgens voor kerktijd een schilderijtje begonnen van iets wat hij had gezien op het exercitieveld of 'het Zieke', toen hij zelf zat op den rand van de sloot.[2]