Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • exem·plair
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Frans [1]
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen exemplair exemplairder exemplairst
verbogen exemplaire exemplairdere exemplairste
partitief exemplairs exemplairders -

Bijvoeglijk naamwoord

exemplair

  1. kunnen dien als een goed voorbeeld
     Ook zijn ambt als gouverneur vervulde hij volgens Bourgeois "excellent en exemplair".[2]
Synoniemen

Gangbaarheid

50 % van de Nederlanders;
55 % van de Vlamingen.[3]


Verwijzingen

  1. exemplair op website: Etymologiebank.nl
  2.   Weblink bron
    bvb
    “‘Een van de beste parlementsleden van afgelopen 25 jaar’” (14/05/2013), De Standaard
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be