eurosclerose
- eu·ro·scle·ro·se
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | eurosclerose | - |
verkleinwoord | - | - |
eurosclerose
- (medisch) (pejoratief) ziekelijke verharding tot gering enthousiasme in de jaren zeventig en tachtig t.o.v. de Europese eenwording
- Het woord 'eurosclerose' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.