euroforie
- eu·ro·fo·rie
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | euroforie | - |
verkleinwoord | - | - |
de euroforie v
- verhoogd gevoel van welzijn tot ongebreideld optimisme t.o.v. de Europese eenwording
- zekere witgekuifde rechtspopulistische politicus zou weinig last gehad hebben van euroforie
- Het woord euroforie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "euroforie" herkend door:
46 % | van de Nederlanders; |
43 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ euroforie op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be