Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • eu·ro·markt
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord euromarkt euromarkten
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de euromarktv / m

  1. (handel) (economie) gemeenschappelijke markt die bestaat binnen de gezamenlijke landen van de Europese Unie [1]
  2. (economie) geldmarkt in euro's

Gangbaarheid

95 % van de Nederlanders;
94 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen