Het Rembrandthuis en het Rijksmuseum de kregen de eerste keus. Bij de meeste platen uit de verzameling is door slijtage en latere bewerkingen een groot deel van het oorspronkelijke etswerk verloren gegaan. Van de platen werden na Rembrandts dood nog talloze drukken (recueils) gemaakt. Humber kocht de collectie van een uitgever. [2]
Bomen kunnen als het winter is zo helder zijn. Niet zozeer de bomen in een bos, maar bomen in hun eentje, beter nog: een lange rij van bomen in het polderland, de stammen stevig in de grond en eindeloos vertakt, steeds fijner etswerk tot waar een boom verandert in een samenstel van barstjes in de lucht. [3]