etsen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- et·sen
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘in metaal laten uitbijten’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1573 [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
etsen |
etste |
geëtst |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
etsen
- overgankelijk een ets maken
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Zelfstandig naamwoord
de etsen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord ets
Anagrammen
Gangbaarheid
- Het woord etsen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "etsen" herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
89 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "etsen" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be