Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ere·wraak
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord erewraak
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de erewraakv / m

  1. wraak omdat de eer van de familie zou zijn aangetast
    • De vete tussen de twee families, die begin jaren ’90 begon met een gevecht tussen kinderen uit beide families, is een van de bloedigste uit de moderne geschiedenis van Egypte. Op 12 juni zullen nog eens twaalf leden van de familie Abdel–Halim terechtstaan wegens erewraak op de al–Hanashats. [1] 
    • De mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch beschuldigt de Jordaanse regering er in een eerder deze week gepubliceerd rapport van te weinig te doen tegen erewraak. Eremoorden komen relatief veel voor in traditionele Arabische gemeenschappen waar mannen de dienst uitmaken. Broers, vaders of neven vermoorden een vrouwelijk familielid dat volgens hen de naam van de familie heeft bezoedeld door een buitenechtelijke relatie te hebben, met een man te zijn uitgegaan of door te zijn verkracht. In veel gevallen gaat de dader vrijuit of krijgt een relatief lichte straf. [2] 
Synoniemen

Gangbaarheid

71 % van de Nederlanders;
85 % van de Vlamingen.[3]


Verwijzingen

  1. Reformatorisch Dagblad 15-05-2003 Doodvonnissen in bloedige Egyptische vendetta
  2. Reformatorisch Dagblad 23-04-2004 Jordaniër steekt zwangere zus dood uit eerwraak
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be