1. De binnenring van deze wijzerplaat op de Zimmertoren   geeft de epacta aan.
  • epac·ta
enkelvoud meervoud
naamwoord epacta epacten
verkleinwoord - -

de epactav

  1. (tijdrekening) aantal dagen dat op 1 januari is verstreken sinds de voorgaande nieuwe maan
    Deze waarde wordt gebruikt om het verschil tussen het maanjaar en het zonnejaar op te lossen, bijvoorbeeld bij het berekening van de paasdatum.
    • Dionysius voerde een nieuwe jaartelling in - de jaartelling Anno Domini, die we nu nog gebruiken - begon bij het jaar 532, en zag dat als het jaartal deelbaar is door 19, het 1 januari nieuwe maan is. De ouderdom van de maan in elk jaar - de epacta - is nu eenvoudig te vinden. Deel eerst het jaartal door 19, neem de rest van die deling en tel daarbij 1 op. Dit getal heet (sinds de dertiende eeuw) het gulden getal. Bij een gulden getal van 1 hoort een epacta van 11, bij 2 hoort 22, enzovoorts. [2]
9 % van de Nederlanders;
13 % van de Vlamingen.[3]