epacta
- epac·ta
- via Latijn epacta "toegevoegde dag, schrikkeldag" van Oudgrieks ἐπακταί (epaktai) "toegevoegde (dagen)" [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | epacta | epacten |
verkleinwoord | - | - |
de epacta v
- (tijdrekening) aantal dagen dat op 1 januari is verstreken sinds de voorgaande nieuwe maan
Deze waarde wordt gebruikt om het verschil tussen het maanjaar en het zonnejaar op te lossen, bijvoorbeeld bij het berekening van de paasdatum.- Dionysius voerde een nieuwe jaartelling in - de jaartelling Anno Domini, die we nu nog gebruiken - begon bij het jaar 532, en zag dat als het jaartal deelbaar is door 19, het 1 januari nieuwe maan is. De ouderdom van de maan in elk jaar - de epacta - is nu eenvoudig te vinden. Deel eerst het jaartal door 19, neem de rest van die deling en tel daarbij 1 op. Dit getal heet (sinds de dertiende eeuw) het gulden getal. Bij een gulden getal van 1 hoort een epacta van 11, bij 2 hoort 22, enzovoorts. [2]
- Het woord 'epacta' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "epacta" herkend door:
9 % | van de Nederlanders; |
13 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ epacta op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Maanen, H. van"Paasdatum: het resultaat van eeuwen rekenen" in: Het Parool jrg. 51 nr. 14145 30 maart 1991); p. 31 kol. 3/4 geraadpleegd 2019-06-18
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be