enkeldaks
- en·kel·daks
stellend | |
---|---|
onverbogen | enkeldaks |
verbogen | enkeldakse |
partitief | enkeldaks |
enkeldaks
- met een afscheiding aan de bovenzijde die uit maar één laag bestaat
- ▸ Twee categorieën kampeerders zien we hier. De meest gearriveerde groep is tussen de dertig en de vijftig en het symbool van zijn positie is de enkeldaks piramidetent. Het zware katoen van de De Waard-tenten domineert, maar de iets goedkopere Esvo's rukken op.[1]
- Het woord enkeldaks staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "enkeldaks" herkend door:
70 % | van de Nederlanders; |
22 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Weblink bron Warna Oosterbaan“Een reünie van modelburgers” (6 juni 1995) op nrc.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be