energiebelasting

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  energiebelasting    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• ener·gie·be·las·ting

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  energie zn  en  belasting zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	energiebelasting	energiebelastingen
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

de energiebelasting v

1. (economie) belasting op energie (elektriciteit en aardgas)

   ▸ Door de energiecrisis en de inflatie staat vooral de koopkracht van mensen met een laag of middeninkomen onder druk. Voor de laagste inkomens presenteerde het kabinet dit voorjaar al een pakket van 6 miljard euro. Minima krijgen een energietoeslag van 800 euro, het minimumloon en de AOW worden verhoogd en de energiebelasting wordt verlaagd.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Gangbaarheid

• Het woord energiebelasting staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.