Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • en·do·theel
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

het endotheelo

  1. (medisch) inwendig bekledingsweefsel van bloed- en lymfvaten
Antoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

39 % van de Nederlanders;
41 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be