Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • en·cy·clo·pe·dist
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord encyclopedist encyclopedisten
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

encyclopedist m [1]

  1. (beroep) medewerker aan het samenstellen van een encyclopedie
  2. (filosofie) (geschiedenis) aanhanger van een filosofische stroming die kennis verzamelde en zeer kritisch stond tegenover de kerk, de absolute vorsten en het alom heersende bijgeloof
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid

Verwijzingen