• em·pa·thisch
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen empathisch empathischer
verbogen empathische empathischere
partitief empathisch empathischers -

empathisch

  1. met empathie
    • Onderzoekers hebben van 63 landen vastgesteld hoe empathisch de bewoners zijn. En helaas, Nederland haalt de top tien niet eens. [1] 
97 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[2]