Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • em·ble·ma·tisch
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen emblematisch emblematischer
verbogen emblematische emblematischere
partitief emblematisch emblematischers -

Bijvoeglijk naamwoord

emblematisch [1]

  1. symbolisch, zinnebeeldig
     Procureur Miriam Riveros Castellares, die de zaak begin juni onder zich kreeg, handelt volgens Alvarez onverantwoordelijk. 'Uiteindelijk is zij niet capabel voor haar taak. Deze zaak is emblematisch, maar het lijkt voor haar weinig belangrij(k),' zegt Alvarez.[2]
     Het vertrouwen in Silicon Valley is weer helemaal terug, concludeert het FD. De beursgang van Facebook geldt als emblematisch voor de innovatieve kracht van het technologiemekka, maar sceptici waarschuwen voor een teleurstelling.[3]
     We hebben het immers over dezelfde Fransen die zo trots zijn op Brigitte Bardot, die het bovenstukje van haar bikini tot overbodig kledingstuk verklaarde. En die misschien weleens in emblematische theaters als de Moulin Rouge of het Lido zijn geweest, waar de danseressen vaak niet meer dragen dan een ministring met pailletten.[4]

Gangbaarheid

57 % van de Nederlanders;
65 % van de Vlamingen.[5]

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “'Joran van der Sloot kan vrij komen door traag OM'” (17-08-2011), Tubantia
  3.   Weblink bron “Hype rond beursgang Facebook” (19-05-2012), Tubantia
  4.   Weblink bron
    EVELINE BIJLSMA
    “Oh la la! Fransen juist preutser” (08 dec. 2017), De Telegraaf
  5.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be