emballeren
- Geluid: emballeren (hulp, bestand)
- em·bal·le·ren
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
emballeren |
emballeerde |
geëmballeerd |
zwak -d | volledig |
emballeren [1]
- overgankelijk inpakken op grote schaal
- Het woord emballeren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "emballeren" herkend door:
72 % | van de Nederlanders; |
75 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be