emballeerde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: emballeerde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- em·bal·leer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
emballeren |
emballeerde
- enkelvoud verleden tijd van emballeren
- Ik emballeerde.
- Jij emballeerde.
- Hij, zij, het emballeerde.
- Ik emballeerde.