• eli·te·cul·tuur
enkelvoud meervoud
naamwoord elitecultuur eliteculturen
verkleinwoord elitecultuurtje elitecultuurtjes

de elitecultuurv [1]

  1. cultuuruiting die alleen geschikt is voor de sociaaleconomische bovenlaag van de bevolking
     Hoewel Huizinga de gelaagdheid van cultuur centraal stelde, is de wijze waarop hij Herfsttij der Middeleeuwen heeft geschreven bekritiseerd omdat uiteindelijk toch vooral de elitecultuur erin werd beschreven.[2]
     Afkeer van de oude burgerlijke elitecultuur, zowel op artistiek als op politiek gebied, verbond hen; daarnaast hadden zij elk hun eigen idee over de oplossing van de 'sociale quaestie'.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Babette Hellemans
    “Cultuur” (2014), Amsterdam University Press  , ISBN 9789089646040
  3. Jan Theodoor Maria Bank; Marita Theodora Catharina Mathijsen
    “Nederland in de negentiende eeuw” (2006), Bakker, ISBN 9035129504