elite
- eli·te
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘het geselecteerde gedeelte’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1824 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | elite | elites |
verkleinwoord | - | - |
- kleine, besloten groep van vooraanstaande, bevoorrechte mensen met buitengewone privileges en soms buitengewone kwalificaties waardoor zij op een bepaald vlak de hoogste positie innemen
- 'Niet alleen Swift, ontzeg Russische elite elke toegang tot het Westen' [2]
- in de benaming van een product suggererend dat iets van hele goede kwaliteit is
- De Autobianchi A112 lijkt meer een auto voor het gewone volk dan een auto voor de elite.
- Het woord elite staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "elite" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "elite" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ nos.nl (27 feb 2022)
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be