elektromonteur

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  elektromonteur    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• elek·tro·mon·teur

Woordherkomst en -opbouw

• afgeleid van monteur met het voorvoegsel elektro-

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	elektromonteur	elektromonteurs
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

de elektromonteur m

1. (elektrotechniek) (beroep) vakman op gebied van elektriciteit

Synoniemen

• elektricien

Vertalingen

    1.   

Engels: electrician (en)

Spaans: electricista (es) m/v

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Gangbaarheid

• Het woord elektromonteur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.