elektriseren
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- elek·tri·se·ren
Woordherkomst en -opbouw
- afleiding van elektriciteit met het achtervoegsel -eren [1]
Werkwoord
elektriseren [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
elektriseren |
elektriseerde |
geëlektriseerd |
zwak -d | volledig |
- (elektrotechniek) krijgen van een elektrische prikkel
- (figuurlijk) stimuleren, prikkelen, inspireren, bezielen
Verwante begrippen
- [1] elektrocutie
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord elektriseren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.