Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • eja·cu·laat
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ejaculaat ejaculaten
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het ejaculaato

  1. (seksualiteit) wat bij ejaculeren wordt uitgeworpen: witte afscheiding uit prostaat of g-spot, na seksuele prikkeling
Verwante begrippen

Gangbaarheid

84 % van de Nederlanders;
86 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be