ejaculaat
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- eja·cu·laat
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van ejaculeren met het achtervoegsel -aat
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ejaculaat | ejaculaten |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
het ejaculaat o
- (seksualiteit) wat bij ejaculeren wordt uitgeworpen: witte afscheiding uit prostaat of g-spot, na seksuele prikkeling
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord ejaculaat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ejaculaat" herkend door:
84 % | van de Nederlanders; |
86 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be