eigenrisicodrager

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ei·gen·ri·si·co·dra·ger
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord eigenrisicodrager eigenrisicodragers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de eigenrisicodragerm

  1. (economie) werkgever die op grond van de Nederlandse Wet Eigen Risicodragen Ziektewet ervoor kiest om de Ziektewetuitkering zelf te betalen aan werknemers voor wie hij geen plicht tot loondoorbetaling bij ziekte heeft
     Vanaf 1 januari 2013 hoeft geen garantieverklaring meer mee te worden gestuurd met uw aanvraag om eigenrisicodrager te worden voor de ZW.[1]
     Bij een klein deel van de uitkeringsontvangers blijft de werkgever verantwoordelijk voor het uitkeren van de WIA-uitkering. Dat zijn de mensen van wie de werkgevers 'eigenrisicodrager' zijn, zoals dat heet. Deze werkgevers zullen hun best doen om een werknemer die herstellende is opnieuw te laten keuren, want dat kan ze veel geld besparen.[2]
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Wat verandert er per 1 januari 2013?” (01-01-2013), NOS
  2.   Weblink bron
    Christel Voorn
    “Tienduizenden zieken thuis met uitkering, zonder controle UWV” (10-02-2019,), NOS