eigendommelijk
- ei·gen·dom·me·lijk
- Afgeleid van eigendom met het achtervoegsel -lijk met het invoegsel -e- en/of van het Duitse eigentümlich [1]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | eigendommelijk | eigendommelijker | eigendommelijkst |
verbogen | eigendommelijke | eigendommelijkere | eigendommelijkste |
partitief | eigendommelijks | eigendommelijkers | - |