• ei·er·sec·tor
enkelvoud meervoud
naamwoord eiersector eiersectors
eiersectoren
verkleinwoord

de eiersectorm

  1. alle bedrijven die betrokken zijn bij de productie van en handel in kippeneieren
     "We staan op boerenmarkten in de omgeving en de mensen vragen er toch wel naar. Gebruiken jullie dat product? Dat is niet zo, maar dit is natuurlijk niet goed voor het imago van de eiersector."[1]
  1.   Weblink bron “Discussie in België: zwijgen over fipronil of erover praten?” (Maandag 7 augustus 2017, 21:25), NOS