• ef·flu·ent
  • uit het Frans [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord effluent
verkleinwoord

het effluento

  1. gezuiverd afvalwater dat de rioolwaterzuiveringsinstallatie verlaat
     Antibioticaresistentie komt momenteel voor in het Nederlandse milieu, maar een trend is nu nog niet aan te wijzen, stelt de hoogleraar. „Vooral resistente bacteriën van ziekenhuizen komen vaker via het effluent van rioolwaterzuiveringsinstallaties in het ontvangende oppervlaktewater terecht.”[2]
     Het effluent, het water dat na zuivering op de beek wordt geloosd, bevatte nog ammonium en dat mag niet. Ammonium ontstaat bij de afbraak van urine en ontlasting en kan het giftige ammoniak vormen.[3]
44 % van de Nederlanders;
52 % van de Vlamingen.[4]
  1. effluent op website: Etymologiebank.nl
  2.   Weblink bron
    Bart van den Dikkenberg
    “Viezigheid in het water?” (18-11-2015), Reformatorisch Dagblad
  3.   Weblink bron
    Theo Haerkens
    “Waterzuivering is stabiel maar kwetsbaar” (13-09-2018), Reformatorisch Dagblad
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be