0 1 0 7
eenhonderdzeven,
op een abacus
  • een·hon·derd·ze·ven

eenhonderdzeven

  1. "107", langere vorm van honderdzeven, honderd plus zeven (soms gebruikt om verwarring met een ander honderdtal te voorkomen of in plechtige formuleringen)
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De inzameling heeft eenhonderdzeven euro en vijftig cent opgebracht. 
    2. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • De hoofdprijs van de verloting valt op lot eenhonderdzeven. 

rangtelwoord

hooftelwoord samengesteld met "eenhonderdzeven" ht als linkerdeel