eenhonderdzestien

       
0 1 1 6
eenhonderdzestien,
op een abacus
  • een·hon·derd·zes·tien

eenhonderdzestien

  1. "116", langere vorm van honderdzestien, honderd plus zestien (soms gebruikt om verwarring met een ander honderdtal te voorkomen of in plechtige formuleringen)
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De inzameling heeft eenhonderdzestien euro en vijftig cent opgebracht. 
    2. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • De hoofdprijs van de verloting valt op lot eenhonderdzestien. 

rangtelwoord

hooftelwoord samengesteld met "eenhonderdzestien" ht als linkerdeel