eenhonderdvijfentwintig
Nederlands
0 | 1 | 2 | 5 |
eenhonderdvijfentwintig,
op een abacus
op een abacus
Uitspraak
- Geluid: eenhonderdvijfentwintig (hulp, bestand)
- IPA: / ˌenhɔndərtˈfɛifənˌtwɪntəx / (7 lettergrepen)
Woordafbreking
- een·hon·derd·vijf·en·twin·tig
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van eenhonderd ht en vijfentwintig ht
Hoofdtelwoord
eenhonderdvijfentwintig
- "125", langere vorm van honderdvijfentwintig, honderd plus vijfentwintig (soms gebruikt om verwarring met een ander honderdtal te voorkomen of in plechtige formuleringen)
- om een hoeveelheid aan te geven
- De inzameling heeft eenhonderdvijfentwintig euro en vijftig cent opgebracht.
- om een plaats in een volgorde aan te geven
- De hoofdprijs van de verloting valt op lot eenhonderdvijfentwintig.
- om een hoeveelheid aan te geven
Synoniemen
- honderdvijfentwintig (deze kortere vorm is de gangbare vorm)
Afgeleide begrippen
rangtelwoord
hooftelwoord samengesteld met "eenhonderdvijfentwintig" ht als linkerdeel
Gangbaarheid
- Het woord 'eenhonderdvijfentwintig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.