Nederlands

       
0 1 0 5
eenhonderdvijf,
op een abacus
Uitspraak
Woordafbreking
  • een·hon·derd·vijf
Woordherkomst en -opbouw

Hoofdtelwoord

eenhonderdvijf

  1. "105", langere vorm van honderdvijf, honderd plus vijf (soms gebruikt om verwarring met een ander honderdtal te voorkomen of in plechtige formuleringen)
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De inzameling heeft eenhonderdvijf euro en vijftig cent opgebracht. 
    2. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • De hoofdprijs van de verloting valt op lot eenhonderdvijf. 
Synoniemen
Afgeleide begrippen

rangtelwoord

hooftelwoord samengesteld met "eenhonderdvijf" ht als linkerdeel

Gangbaarheid