eenhonderdvier
Nederlands
0 | 1 | 0 | 4 |
eenhonderdvier,
op een abacus
op een abacus
Uitspraak
- Geluid: eenhonderdvier (hulp, bestand)
- IPA: / ˌenhɔndərtˈfir / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- een·hon·derd·vier
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van eenhonderd ht en vier ht
Hoofdtelwoord
eenhonderdvier
- "104", langere vorm van honderdvier, honderd plus vier (soms gebruikt om verwarring met een ander honderdtal te voorkomen of in plechtige formuleringen)
- om een hoeveelheid aan te geven
- De inzameling heeft eenhonderdvier euro en vijftig cent opgebracht.
- om een plaats in een volgorde aan te geven
- De hoofdprijs van de verloting valt op lot eenhonderdvier.
- om een hoeveelheid aan te geven
Synoniemen
- honderdvier (deze kortere vorm is de gangbare vorm)
Afgeleide begrippen
rangtelwoord
hooftelwoord samengesteld met "eenhonderdvier" ht als linkerdeel
Gangbaarheid
- Het woord 'eenhonderdvier' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.