eenhonderdenzesenzestig

Nederlands

0	1	6	6

eenhonderdenzesenzestig,
op een abacus

Uitspraak

• Geluid:  eenhonderdenzesenzestig    (hulp, bestand)
• IPA: / ˌenhɔndərtɛnˈzɛsənˌsɛstəx / (8 lettergrepen)

Woordafbreking

• een·hon·derd·en·zes·en·zes·tig

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  eenhonderd ht  en  zesenzestig ht 

Hoofdtelwoord

eenhonderdenzesenzestig

1. "166", langere vorm van honderdzesenzestig, honderd plus zesenzestig (soms gebruikt om verwarring met een ander honderdtal te voorkomen of in plechtige formuleringen)
   1. om een hoeveelheid aan te geven

      • De inzameling heeft eenhonderdenzesenzestig euro en vijftig cent opgebracht. 

   2. om een plaats in een volgorde aan te geven

      • De hoofdprijs van de verloting valt op lot eenhonderdenzesenzestig. 

Synoniemen

• honderdzesenzestig (deze kortere vorm is de gangbare vorm, "eenhonderdenzesenzestig" wordt zelden gebruikt)

Afgeleide begrippen

hooftelwoord samengesteld met "eenhonderdenzesenzestig" ht als linkerdeel

• eenhonderdenzesenzestigduizend

Gangbaarheid

• Het woord 'eenhonderdenzesenzestig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.