eenhonderdenvijfentachtig
0 | 1 | 8 | 5 |
eenhonderdenvijfentachtig,
op een abacus
op een abacus
- Geluid: eenhonderdenvijfentachtig (hulp, bestand)
- IPA: / ˌenhɔndərtɛnˈvɛifənˌtɑxtəx / (8 lettergrepen)
- een·hon·derd·en·vijf·en·tach·tig
- samenstelling van eenhonderd ht en vijfentachtig ht
eenhonderdenvijfentachtig
- "185", langere vorm van honderdvijfentachtig, honderd plus vijfentachtig (soms gebruikt om verwarring met een ander honderdtal te voorkomen of in plechtige formuleringen)
- om een hoeveelheid aan te geven
- De inzameling heeft eenhonderdenvijfentachtig euro en vijftig cent opgebracht.
- om een plaats in een volgorde aan te geven
- De hoofdprijs van de verloting valt op lot eenhonderdenvijfentachtig.
- om een hoeveelheid aan te geven
- honderdvijfentachtig (deze kortere vorm is de gangbare vorm, "eenhonderdenvijfentachtig" wordt zelden gebruikt)[1] [2]
hooftelwoord samengesteld met "eenhonderdenvijfentachtig" ht als linkerdeel
- Het woord 'eenhonderdenvijfentachtig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Weblink bron W. Haeseryn e.a.“7.2.1.1 Bepaalde hoofdtelwoorden, onder 2” (januari 2019) op e-ans.ivdnt.org (Algemene Nederlandse Spraakkunst)
- ↑ Weblink bron “Tweeduizend zes / tweeduizend en zes” op taaladvies.net (Nederlandse Taalunie)