eenhonderdennegenentwintig

Nederlands

0	1	2	9

eenhonderdennegenentwintig,
op een abacus

Uitspraak

• Geluid:  eenhonderdennegenentwintig    (hulp, bestand)
• IPA: / ˌenhɔndərtɛnˈneɣənənˌtwɪntəx / (9 lettergrepen)

Woordafbreking

• een·hon·derd·en·ne·gen·en·twin·tig

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  eenhonderd ht  en  negenentwintig ht 

Hoofdtelwoord

eenhonderdennegenentwintig

1. "129", langere vorm van honderdnegenentwintig, honderd plus negenentwintig (soms gebruikt om verwarring met een ander honderdtal te voorkomen of in plechtige formuleringen)
   1. om een hoeveelheid aan te geven

      • De inzameling heeft eenhonderdennegenentwintig euro en vijftig cent opgebracht. 

   2. om een plaats in een volgorde aan te geven

      • De hoofdprijs van de verloting valt op lot eenhonderdennegenentwintig. 

Synoniemen

• honderdnegenentwintig (deze kortere vorm is de gangbare vorm, "eenhonderdennegenentwintig" wordt zelden gebruikt)

Afgeleide begrippen

hooftelwoord samengesteld met "eenhonderdennegenentwintig" ht als linkerdeel

• eenhonderdennegenentwintigduizend

Gangbaarheid

• Het woord 'eenhonderdennegenentwintig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.