0 1 0 8
eenhonderdacht,
op een abacus
  • een·hon·derd·acht

eenhonderdacht

  1. "108", langere vorm van honderdacht, honderd plus acht (soms gebruikt om verwarring met een ander honderdtal te voorkomen of in plechtige formuleringen)
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De inzameling heeft eenhonderdacht euro en vijftig cent opgebracht. 
    2. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • De hoofdprijs van de verloting valt op lot eenhonderdacht. 

rangtelwoord

hooftelwoord samengesteld met "eenhonderdacht" ht als linkerdeel